Ondernemingen in moeilijkheden in tijden van COVID-19

Het hoeft geen betoog dat de uitbraak van het coronavirus en de strenge coronamaatregelen een zware tol eisen van de ondernemingen. De overheid heeft reeds gunstmaatregelen afgekondigd ter ondersteuning van onze ondernemingen (zie onze eerdere nieuwsbrief: ‘De fiscale ondersteuning van ondernemingen in tijden van het coronavirus’), maar dit zal voor velen slechts een pleister op een open wonde zijn. De coronacrisis heeft onze ondernemingen bij de keel gegrepen. Veel van hen hebben verplicht de deuren moeten sluiten, maar hebben onvoldoende financiële buffer om deze zware periode te overbruggen.

Naar een moratorium op faillissementsprocedures

Ondanks de genomen steunmaatregelen van de overheid wordt er gevreesd voor een forse toename aan faillissementen als gevolg van de coronacrisis. In de politiek gingen er dan ook stemmen op om een moratorium in te stellen op faillissementsprocedures.

Ministers Koen Geens en Denis Ducarme werkten aan een koninklijk besluit dat ondernemingen tijdelijk zal beschermen tegen faillissement, gerechtelijke ontbinding en inbeslagnames en dat erin voorziet dat lopende overeenkomsten niet beëindigd kunnen worden op grond van insolventie. Het ontwerp-volmachtsbesluit werd reeds goedgekeurd door de federale regering, maar moet nog enkele fases van het wetgevingsproces doorlopen.

Het gaat om een automatische en tijdelijke opschorting. De bescherming zou gelden voor de duurtijd van de genomen coronamaatregelen, d.i. voorlopig tot en met 3 mei.

De maatregelen die het volmachtsbesluit voorziet, zouden ondernemingen moeten toelaten om hun activiteiten na deze crisis opnieuw op te starten en alsnog het hoofd te bieden aan de financiële moeilijkheden waarmee zij te kampen hebben.

Wat betreft de faillissementsprocedures zou het volmachtsbesluit concreet inhouden dat ondernemingen niet failliet verklaard kunnen worden op verzoek van een schuldeiser. De onderneming zelf is ook niet verplicht aangifte van faillissement te doen. Daarentegen kan een onderneming wel failliet worden verklaard op verzoek van het openbaar ministerie, of mits akkoord van de schuldenaar zelf.

Een belangrijke voorwaarde om van de opschorting te kunnen genieten, is dat de onderneming zich vóór 18 maart nog niet in staat van faillissement bevond. Evenmin mogen deze uitzonderlijke maatregelen de deur openzetten voor misbruiken. In die optiek kan de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank steeds, op verzoek van een schuldeiser, de tijdelijke opschorting van een faillissementsprocedure opheffen.

Van zodra het volmachtsbesluit wordt goedgekeurd en gepubliceerd, zal Marlex hier verder op terugkomen.

De gerechtelijke reorganisatie

Marlex wenst uw aandacht nog te vestigen op Boek XX ‘Insolventie van ondernemingen’ van het Wetboek van Economisch Recht (WER), en meer specifiek op de procedure van gerechtelijke reorganisatie, die een waaier van instrumenten biedt voor een onderneming die tijdelijk moeilijkheden ondervindt om haar schuldeisers te voldoen, doch met gunstige perspectieven om haar continuïteit op lange termijn te herstellen.

De toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie is laagdrempelig. De voorwaarde voor de toelating tot de procedure is – behalve de neerlegging van een verzoekschrift met de verplichte stukken – dat de continuïteit van de onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is.

De onderneming kan opteren voor één van de volgende drie reorganisatiewegen: hetzij het bewerkstelligen van een minnelijk akkoord, hetzij het verkrijgen van het akkoord van de schuldeisers over een reorganisatieplan, hetzij de overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte van de activa of de activiteiten. De bewerkstelliging van een collectief akkoord is met stip de meest bewandelde reorganisatieweg. Na opening van de procedure krijgt de ondernemer de tijd om een reorganisatieplan op te stellen die de nodige maatregelen inhoudt om de continuïteit van de onderneming te herstellen. Het plan bepaalt hoe de onderneming haar schuldeisers op termijn, d.i. gespreid over een aantal jaar, geheel of gedeeltelijk zal terugbetalen.

Aan de neerlegging van een verzoekschrift en aan de opening van de gerechtelijke reorganisatieprocedure zijn een aantal belangrijke gevolgen gekoppeld: de opschorting van de middelen van tenuitvoerlegging (bv. het uitvoerend beslag) en de bescherming tegen faillissement en gerechtelijke ontbinding. Op die manier geniet de onderneming een moratorium ten aanzien haar schuldeisers.

De gerechtelijke reorganisatieprocedure is geen procedure om ondoordacht toevlucht tot te nemen, doch het zou zonde zijn om een levensvatbare onderneming te verliezen doordat de instrumenten die de gerechtelijke reorganisatieprocedure biedt, haar onbekend zijn.

Hulp nodig? Marlex biedt u de geschikte expertise aan binnen de tak Corporate. We staan u graag deskundig bij.