Successieplanning in het vizier van de Vlaamse Belastingdienst?

De zesde staatshervorming – die nog onder de regering Di Rupo werd goedgekeurd – zorgde voor een ingrijpende wijziging op het vlak van de vroegere registratie- en successierechten. Met ingang van 1 januari 2015 werd de bevoegdheid om deze belastingen te innen overgeheveld van het federale niveau naar de Vlaamse Belastingdienst, kortweg “Vlabel” genoemd, én werden alle relevante regels opgenomen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (ofwel ‘V.C.F.’) waarbij de schenkings- en successierechten ineens ook werden omgedoopt tot schenk- en erfbelasting. Vlabel heeft de laatste maanden enkele initiatieven genomen die flink wat stof doen opwaaien.

Op basis van haar nieuwe bevoegdheid publiceert Vlabel regelmatig ‘standpunten’ die verduidelijken hoe zij de regels van de V.C.F. inzake schenk- en erfbelasting interpreteert en concreet zal toepassen. De publicatie van dergelijke officiële standpunten is in principe een goede zaak voor de belastingplichtige, omdat deze rechtszekerheid kunnen creëren. Hier knelt echter het schoentje, want de voorbije maanden heeft Vlabel een aantal standpunten naar buiten gebracht die fundamenteel afwijken van de stellingen die voorheen door de FOD Financiën waren ingenomen. De beoogde rechtszekerheid wordt zo op de helling gezet.

Op 5 april 2016 publiceerde Vlabel een nieuw standpunt over levensverzekeringen met 2 verzekeringsnemers en 2 verzekerden (bv. de ouders), waarbij de verzekeringsprestatie pas wordt uitgekeerd aan de begunstigden (bv. de kinderen) wanneer beide verzekeringsnemers-verzekerden overleden zijn. Vlabel stelt dat de begunstigden al bij het overlijden van één van de verzekeringnemers-verzekerden erfbelasting moeten betalen (nl. op de helft van de afkoopwaarde), ook al vindt er dan nog geen uitkering plaats.

Op 18 april 2016 publiceerde Vlabel dan weer een nieuw standpunt over de schenking van onroerende goederen met een beding van terugkeer. Deze clausule is bedoeld om het risico van vooroverlijden van de begunstigde op te vangen door te voorzien in een terugkeer van het eerder geschonken goed. Tot nu toe werd aangenomen dat deze terugkeer vrij was van belastingen.

Vlabel liet echter weten dat ze vanaf nu een meer genuanceerde visie zullen hanteren. Het onroerend goed zal enkel nog belastingvrij kunnen terugkeren wanneer er sprake is van een ‘zuiver’ beding van terugkeer, zijnde een beding dat steeds uitwerking vindt ongeacht de wens van de schenker. Indien het daarentegen een ‘optioneel’ beding van terugkeer betreft, waarbij de schenker na het vooroverlijden van de begunstigde de vrije keuze heeft om het beding al dan niet te laten uitwerken, zou er volgens Vlabel toch 10% verkooprecht verschuldigd zijn.

Een echte verrassing is het standpunt waarmee de populaire schenking van aandelen of beleggingen met voorbehoud van vruchtgebruik wordt geviseerd. Tot voor kort werd algemeen aanvaard dat de aandelen en beleggingsportefeuilles waarvan de blote eigendom was weggeschonken (bv. aan de kinderen) en het vruchtgebruik was voorbehouden door de schenkers (bv. de ouders) bij het overlijden niet meer tot de nalatenschap behoorden.

Nu kondigt Vlabel aan dat deze stelling enkel nog opgaat indien de schenking gedaan met voorbehoud van vruchtgebruik werd onderworpen aan de schenkbelasting (3% of 7%). Vlabel probeert met dit nieuwe standpunt heel duidelijk om de schenking voor Nederlandse notaris te ontmoedigen. Vlabel heeft recent wel verduidelijkt dat het nieuwe standpunt enkel zou worden toegepast voor schenkingen vanaf 1 juni 2016.

De nieuwe standpunten zorgen voor heel wat onrust in de wereld van de vermogensplanning. Veel fiscale auteurs betwisten dat de nieuwe standpunten van Vlabel wel in overeenstemming zijn met de wet. Momenteel is de rechtsonzekerheid behoorlijk groot en in een aantal gevallen nopen de nieuwe standpunten van Vlabel wellicht tot een herziening van een eerder uitgewerkte planning.

We merken ten slotte ook nog op dat Vlabel heel recent heeft aangekondigd dat alle aangiften van nalatenschap systematisch zullen worden gecontroleerd. Er kan dus worden aangenomen dat Vlabel er op zal toezien dat haar nieuwe standpunten ook effectief worden toegepast.