Actueel: Tijdelijke voorschotten voor overheidsopdrachten

De oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland hebben geleid tot aanzienlijke – in sommige gevallen zelfs extreme – prijsstijgingen en prijsschommelingen. Gelet op de liquiditeitsproblemen waarmee opdrachtnemers zich geconfronteerd zien, is het aangewezen dat een aanbesteder, zijn opdrachtnemer kan tegemoetkomen met een voorschot. Het Koninklijk Besluit of KB betreffende de toekenning van een voorschot in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne trad op 19 december 2022 in werking en voorziet tot 31 december 2023 in deze mogelijkheid.

Artikel 67 van het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziet reeds in de mogelijkheid om voorschotten toe te kennen. De bestaande mogelijkheden worden echter aan strenge en ingewikkelde voorwaarden gekoppeld. In de uitzonderlijke gevallen dat op deze grond een voorschot toegekend wordt, worden hieraan eveneens voorwaarden gekoppeld. De uitvoering brengt dus een (bijkomende) administratieve last met zich mee. Desalniettemin blijven de bestaande mogelijkheden inzake voorschotten eveneens van toepassing.

1.   Welke overheidsopdrachten komen in aanmerking?

Aanbesteders kunnen voorschotten toekennen in volgende gevallen:

  • Voor opdrachten die reeds in uitvoering waren op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit KB;
  • Voor opdrachten die reeds bekendgemaakt waren (of hadden bekendgemaakt moeten zijn) of waarvoor de uitnodiging tot deelneming reeds was verzonden op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit KB;
  • Voor opdrachten die vandaag nog bekend gemaakt worden op voorwaarde dat de mogelijkheid tot voorschot voorzien wordt in de opdrachtdocumenten.

 

Het KB maakt geen onderscheid op basis van de aard dan wel het voorwerp van de overheidsopdrachten.

In principe is het KB van kracht tot en met 31 december 2023. Er kan echter nog doorwerking zijn na deze datum. Enerzijds voor de opdrachten die na 31 december 2023 blijven doorlopen. Anderzijds geldt de regeling ook voor opdrachten waarvoor de uitnodigingen voor 31 december 2023 verstuurd worden ongeacht de datum van de effectieve plaatsing.

2.   Welke overheidsopdrachten zijn uitgesloten?

  • Alle overheidsopdrachten met een uitvoeringstermijn die korter is dan twee maanden;
  • Alle overheidsopdrachten die uitgesloten zijn van de toepassing van artikel 12 WOO: overheidsopdrachten van geringe waarde (lager dan 30.000 EUR);
  • De concessies die onder het toepassingsgebied van de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten vallen;
  • Raamovereenkomsten op zich zijn uitgesloten, maar de individuele opdrachten geplaatst onder de raamovereenkomst komen wel in aanmerking.


3.   Van welke omvang is het voorschot en binnen welke termijn moet de betaling gebeuren?

Het maximaal voorschotbedrag bedraagt 20 procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag inclusief BTW. De aanbesteder heeft evident ook de mogelijkheid om een kleiner bedrag toe te kennen.

In artikel 2, §1 van het KB wordt voorgeschreven hoe het oorspronkelijke opdrachtbedrag bepaald wordt:

  • Voor opdrachten met een looptijd van minder dan twaalf maanden wordt het voorschot op het gegunde bedrag (incl. BTW) berekend;
  • Voor opdrachten met een looptijd van meer dan twaalf maanden wordt als referentie een bedrag genomen dat gelijk is aan twaalf keer het oorspronkelijke opdrachtbedrag (incl. BTW) gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht;
  • Voor opdrachten van onbepaalde duur wordt als referentie het oorspronkelijke maandelijkse opdrachtbedrag (incl. BTW) vermenigvuldigd met twaalf. Indien de opdracht gesloten werd tegen een globale prijslijst wordt het oorspronkelijke opdrachtbedrag als uitgangspunt genomen.

 

De betalingstermijn van 30 dagen wordt bepaald in artikel 5 van het KB. De termijn gaat in vanaf de beslissing tot toekenning van het voorschot. Indien de toekenning van het voorschot reeds in de opdrachtdocumenten voorzien wordt, gaat de termijn in vanaf de sluiting van de opdracht. In geval van laattijdige betaling is in beide gevallen de intrest uit artikel 69 van het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten verschuldigd. Daarnaast is ook de forfaitaire vergoeding voor invorderingskosten van rechtswege verschuldigd.

4.   Hoe gebeurt de toekenning van de voorschotten?

Voor de opdrachten die reeds in uitvoering waren bij de inwerkingtreding van het KB dient de opdrachtnemer een schriftelijke, gedateerde en ondertekende aanvraag in te dienen. Hierin moeten eveneens alle elementen die nodig zijn om de betaling te kunnen verrichten, opgenomen worden.

De opdrachten die op vandaag bekendgemaakt worden, dienen de mogelijkheid tot het bekomen van een voorschot op te nemen in de opdrachtdocumenten.

5.   Hoe gebeurt de terugbetaling van de voorschotten?

De terugbetaling van het voorschot wordt verrekend met de aan de opdrachtnemer verschuldigde bedragen. Gelet op het doel van de maatregel – liquiditeitsproblemen voorkomen – is het niet wenselijk een volledige terugbetaling bij de eerste factuur te voorzien.
Er wordt voor lopende opdrachten en plaatsingsprocedures terugbetaald in twee fasen:

  • De terugbetaling van de eerste helft van het voorschot gebeurt wanneer het bedrag van de verrichte prestaties dertig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bereikt;
  • De terugbetaling van de tweede helft van het voorschot gebeurt wanneer het bedrag van de verrichte prestaties zestig procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag bereikt.

 

Bij betaling door middel van een eindfactuur wordt het voorschot logischerwijze op dat moment verrekend.

Voor opdrachten die gelanceerd werden/worden na de inwerkingtreding moeten het percentage en de voorwaarden voor de terugbetaling in de opdrachtdocumenten vermeld worden. Hierbij is het aangewezen te opteren voor een tweeledige terugbetaling. Indien niets voorzien wordt in de opdrachtdocumenten is bovenstaand ‘terugbetalingsplan’ sowieso van kracht.

6.   Schorsing van de betaling?

De betaling van het voorschot kan o.g.v. artikel 4 van het KB geschorst worden in volgende gevallen:

  • Indien de opdrachtnemer zijn contractuele verplichtingen niet nakomt;
  • In geval van niet-naleving van de bepalingen uit artikel 7 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
  • Wanneer artikel 41 van de Wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied overtreden wordt.

 

Zit u met vragen omtrent de mogelijkheden en/of de gevolgen van dit KB? Team Overheid en Omgeving staat u graag bij met raad en daad. Contacteer gerust een van onze experten.

 

Auteurs
Gregory Vermaercke
Gregory Vermaercke