Actueel: RvVb vernietigt ministeriële instructie ‘stikstof’, wat nu met de rechtszekerheid?

Ruim anderhalf jaar na het beruchte ‘stikstofarrest’ van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 februari 2021 (zie hieromtrent onze nieuwsbrief van 24 maart 2021 – Arrest Raad voor Vergunningsbetwistingen doet heel wat (stik)stof opwaaien | Marlex Advocatenkantoor Brugge), heeft de Raad opnieuw een belangwekkend arrest omtrent de stikstofproblematiek geveld. Door te oordelen dat het louter verwijzen naar de Ministeriële instructie van Minister van omgeving Demir niet kan volstaan als afdoende draagkrachtige motivering, komt het stikstofbeleid van de Vlaamse Regering nóg meer op losse schroeven te staan.

Eerst even terugkoppelen naar 2021: nadat de Raad voor Vergunningsbetwistingen in haar arrest van 25 februari 2021 het gehele stikstofbeleid van de Vlaamse Regering (het zogenaamde ‘PAS’, dat werkte met minimum drempelwaardes) van tafel had geveegd, kwam minister Demir op 2 mei 2021 met een zogenaamde ‘Ministeriële instructie’. Voor ammoniakuitstoot (NH₃, hoofdzakelijk afkomstig van de landbouw) kwam de drempel op 0% te leggen (later in de Conceptnota PAS werd ze slechts zeer beperkt verhoogd naar 0,025%), voor stikstofoxiden (NOx, hoofdzakelijk afkomstig van de industrie) kwam een drempel van 1%.

Het doel van deze instructie was duidelijk: heldere richtlijnen voorzien voor de vergunningverlenende overheden én ondernemend Vlaanderen teneinde de rechtszekerheid te garanderen en een algemene bouwstop te voorkomen. Onder meer vanuit de landbouwsector kwam meteen kritiek op deze (tijdelijke) regeling: ze zou vooral de landbouw treffen en zou niet afdoende zijn uitgewerkt om de nodige rechtszekerheid te bieden.

Een nieuw arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen stond in de sterren geschreven en werd op 27 oktober 2022 bewaarheid. Het nieuwe ‘stikstofarrest’ gaat over de uitbreiding van een druivenserre in Overijse. Hoewel de gemeente de vergunning weigerde, werd ze in beroep verleend door de Vlaams-Brabantse Deputatie op 19 augustus 2021. De Deputatie had zich voor de motivering van haar vergunningsbeslissing gebaseerd op de Ministeriële instructie van minister Demir.

Tegen deze vergunning werd door acht omwonenden én Natuurpunt Oost-Vlaanderen een nietigheidsberoep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen ingesteld. Hun standpunt: de Deputatie steunde louter op de Ministeriële instructie en laat na om zelf concreet de betekenisvolle aantasting op een concrete manier te beoordelen.

De Raad volgt dit standpunt en oordeelt: “De verwerende partij (Deputatie) onderwerpt de bestreden beslissing niet aan een onderzoek op basis van de concrete gegevens van de zaak. (…) Het volstaat niet voor de verwerende partij om louter te verwijzen naar de ministeriële instructie van 2 mei 2021 en te toetsen aan de hierin opgenomen voorwaarde met betrekking tot het toepassen van de gangbare emissiereducerende maatregelen. Er moet nog steeds sprake zijn van een toereikende passende beoordeling.”

Hoewel de Ministeriële instructie zélf al had aangegeven dat het niet de bedoeling was dat vergunningverlenende overheden de instructie zomaar slaafs mochten volgen (ze diende als ‘richtlijn’… quid rechtszekerheid?), lijkt ze nu in de praktijk helemaal dode letter te zijn geworden.

Bijzonder in dit verhaal is immers het feit dat de concrete impact van de druivenserre betrekking had op NOx (de industriecomponent), waar een drempelwaarde van 1% geldt. Met haar arrest lijkt de Raad nu aan te geven dat het onderscheid tussen NOx en ammoniak (de landbouwcomponent, met drempelwaarde 0%) effectief discriminerend is en dus vanaf nu voor álle activiteiten een toereikende passende beoordeling zal moeten gebeuren.

Het arrest stond overigens reeds in de sterren geschreven, want had in september reeds een gelijkaardige voorganger inzake VEN-gebieden (‘Vlaams Ecologisch Netwerk’, een selectie van de waardevolste en gevoeligste natuurgebieden in Vlaanderen). Ook toen was de Raad van oordeel dat een ‘mechanische’ toepassing van de Ministeriële Instructie niet als verenigbaar kan worden geacht met de natuurtoets uit artikel 26bis van het Natuurdecreet (zie arrest via deze link: https://www.dbrc.be/sites/default/files/2022-09/RVVB.A.2223.0044.pdf).

Meer dan ooit is dus duidelijk dat de nood aan een afdoende decretaal kader groter en groter aan het worden is. De Conceptnota PAS van 23 februari 2022 (zie nieuwsbrief 21 maart 2022, Witte rook na bereiken stikstofakkoord… En donkere onweerswolken voor de landbouwsector | Marlex Advocatenkantoor Brugge), die verder bouwde op het gemaakte onderscheid in de Ministeriële instructie, dient hierbij dan ook fundamenteel te worden herdacht.

Voorlopig blijven we dus meer dan ooit bivakkeren in een juridisch vacuüm. Zowel de landbouwsector als de industriesector zitten in hetzelfde schuitje: komt er een effectieve vergunningenstop of kan deze nog worden afgewend? Wat met de vergunningen die op grond van de Ministeriële instructie zijn verleend?

Een definitief PAS, dat de belangen van het leefmilieu met deze van de getroffen sectoren (landbouw, industrie…) kan verzoenen -met respect voor de rechtspraak van de Raad en de Europese regelgeving inzake- komt er liever vandaag dan morgen. De Minister is aan zet.

Wenst u graag het integrale arrest na te lezen, klik dan hier (https://www.dbrc.be/persbericht-overijse-glastuinbouwbedrijf-vernietiging).

Zit u met vragen omtrent de gevolgen van de Stikstofproblematiek op uw bedrijf? Team Overheid en Omgeving staat u graag met raad en daad bij. Contacteer gerust een van onze experten.

Auteurs
Gregory Vermaercke
Gregory Vermaercke
Daan Vandenbroucke
Daan Vandenbroucke